‘Topsport kan niet meer zonder epo’
 
Ineens dook tijdens de Tour van 2006 overal de naam op van Berend Nikkels, huisarts met wielerkennis in Breda. Nikkels verdedigt het gecontroleerd gebruik van epo. Sterker nog, hij zegt: Profwielrennen gaat niet meer zonder epo.’
 
‘Wielerdier.’ Berend Nikkels (47) gebruikt dat woord herhaaldelijk als hij het over zichzelf heeft. Hij kent het peloton. ,,Ik was amateurwielrenner, en een goede ook. Ik ben clubkampioen geweest van De Volharding in Utrecht en was vier keer wereldkampioen bij de medici.’
Tref Nikkels achterover leunend in zijn bureaustoel, pratend over de wedstrijden die hij reed, en de sterke koersverhalen komen los. Over die keer in de Ronde van de Molen, in Oosterhout. Dat er een stevige man ineens vierkant van achteruit dwars door het peloton naar voren reed. Iedereen die geen ruimte maakte kon een beuk krijgen. De diagnose was snel gesteld; hier reed iemand op amfetaminen. Nikkels ging niet opzij maar gaf een ram terug, waardoor de onbesuisde renner tegen de vlakte sloeg. Dat was niet per se verstandig, de gevallen renner stond niet bekend om zijn rustige natuur en had banden met mensen van een woonwagenkamp. Hij was ook nogal sterk. Nikkels vond het beter de koers rap te verlaten.
Een ander voorbeeld, uit een kleedkamer ergens in West-Brabant, vóór de wedstrijd. De amfetaminen werden los op tafel gegooid. Zwarte pilletjes, negers geheten. De gebruiksaanwijzing was eenvoudig: ‘Als je niet snel bent, heb je niks.’ Graaien en pakken, pakken en graaien en de dokter zat erbij. ,,Dat gebeurde wel vaker.’’ Nikkels liet de pillen aan zich voorbij gaan, en heeft nooit overwogen om er eens iets van te zeggen, in die kleedkamers. ,,Op die momenten was ik daar als wielrenner en niet als arts. Als wielrenner zit je mee in het complot. Ik had ook kunnen denken, ‘wat is dat hier voor een zootje, ik stop ermee.’ Maar daarvoor ben ik te veel wielerdier.’’
Niet dat Nikkels hiermee het gevaar dat kleeft aan amfetaminegebruik wil bagatelliseren. Integendeel. ,,Amfetaminen zijn destructief en verslavend. Het amfetaminecircuit zit in de zwaar criminele hoek.’’ Amfetaminen zijn dan ook typisch van die producten die wat Nikkels betreft zeker wel op een dopinglijst thuishoren. Dit in tegenstelling tot epo en verwante stoffen. Epo verhoogt het vermogen van het bloed om zuurstof te transporteren en zorgt daarmee linea recta voor betere prestaties. Begin jaren negentig deed het spul zijn intrede in het peloton, eerst in Italië. Een gevaar dat kleeft aan epo-gebruik is dat het bloed te dik, te stroperig wordt. Dat kan levensgevaarlijk zijn, er kan bloedstolling (trombose) ontstaan. Om dat gevaar in te dammen is eind jaren negentig de afspraak binnen de wielerwereld ontstaan dat de hematocrietwaarde van rennersbloed – een getal dat iets zegt over de stroperigheid ervan - niet boven de waarde vijftig mag liggen. Renners die hun bloed met epo tot boven deze waarde hebben opgewaardeerd, krijgen een startverbod van twee weken om weer ‘gezond’ te worden.
Nikkels kan zich vinden in deze aanpak. Epo-gebruik hoeft niet ongezond te zijn, mits goed gereguleerd, vindt hij, al jaren. Hij treedt daarmee in de voetsporen van doker Eric Rijckaert, de arts van de Festina-ploeg die in 1998 werd betrapt op het systematisch toedienen van – onder meer - epo. Rijckaert verdedigde zich met de stelling dat doping beter onder medisch toezicht verstrekt kan worden, dan dat renners er op eigen houtje en zonder veel kennis van zaken mee experimenteren.
Nikkels kwam de voorbije maanden voor het eerst herhaaldelijk in de media met zijn pleidooi voor epo-gebruik onder medisch toezicht. ,,Epo houdt mensen gezond die onder extreme omstandigheden extreme prestaties moeten leveren. Wielrenners dus. Maar goed gebruik is afhankelijk van de dosis. Ik pleit voor reguleren’’, zegt Nikkels, waarbij hij aantekent dat de afgesproken hematocriet-waarde van vijftig met enige willekeur tot stand is gekomen. ,,Dat is gewoon natte vingerwerk geweest. In Ethiopië lopen atleten die van zichzelf een hematocriet van 52, 53 hebben. We weten helemaal niet wat de gevolgen zijn als de waarde boven de vijftig ligt.’’
Nikkels baarde in juli opzien met zijn uitspraak dat een groot deel van de Nederlandse topwielrenners epo gebruikt. Hij kan het weten, want hij begeleidt ‘een flink aantal’ toppers ‘op afstand.’ Namen noemt hij niet. Beroepsgeheim. Wel laat Nikkels iets los over zijn werkwijze. ,,Ik verstrek geen middelen en dien ze ook niet toe. Dat doen renners zelf, zoals ook insulinepatiënten zichzelf inspuiten.’’
Nikkels denkt dat epo en aanverwante stoffen niet meer weg te denken zijn uit de duursport op topniveau. ,,Zonder epo heeft een topsporter geen schijn van kans meer. Je kunt meefietsen zonder epo, maar niet van voren koersen. Als je weet dat dat zo is, kun je wel tegen het gebruik van epo ingaan met je politiepet op, maar dat helpt niet.’’
Vandaar het pleidooi voor reguleren. ,,Ik praat eigenlijk op dezelfde manier als een verslavingsarts die onder toezicht methadon verstrekt. In Nederland vinden we dat beter dan repressie. Met repressie druk je het gebruik alleen maar de illegaliteit in en verlies je de controle. Maar werken als een verslavingsarts vloekt met het beeld van de gezonde sport. We zitten alleen met het gegeven dat dit soort dingen in de profsport bestaat. Wie daar niet aan mee wil doen, moet amateur blijven.’’
Nikkels krijgt met deze typische Nederlandse stelling, die gelijkenis vertoont met het Nederlandse gedoogbeleid voor softdrugs, in het buitenland de handen niet op elkaar. Hij is in een fel dispuut verwikkeld met Werner Franke, de Duitse arts die in augustus Jan Ullrich ervan beschuldigde dat hij voor 35.000 euro aan dopingproducten had gekocht van de Spaanse arts Eufemiano Fuentes.
Nadat Nikkels’ pleidooi voor epo-gebruik onder medisch toezicht de Duitse media had gehaald betichtte Franke hem van hulp bij moord. Nikkels reageerde in een mailtje aan Franke, expres in het Nederlands, want om het nou die Franke nog gemakkelijk te maken door in het Duits te mailen, daar voelde Nikkels niets voor. Het mailtje bevatte ferme taal. ,,Doping is moord zegt u. Welk een nuance! Als u exemplarisch bent voor de Duitse wetenschap is dit diep treurig. Voorlopig kwalificeer ik u als Officier van de anti-doping SS. Collegiale groet.’’
Franke reageerde niet.
,,Franke voert een rabiate actie tegen alles wat met doping heeft te maken, samen met zijn vrouw, een atlete uit de voormalige DDR. In de DDR zijn natuurlijk dingen gebeurd die niet door de beugel konden, maar vanuit deze achtergrond kijkt Franke nu op een typisch Duitse hysterische manier naar alles wat met medische begeleiding te maken heeft’’, verklaart de Bredase arts zijn felle reactie.
Nikkels pleit voor een systeem waarbinnen nationale sportbonden experts aanwijzen met een medische achtergrond die een licentie krijgen voor het verantwoord begeleiden van epo-gebruik. Nederland zou met vijf van deze licentiehouders toekunnen, denkt hij. De begeleiding en meer onderzoek zijn nodig om beter zicht te krijgen op de gevolgen van epo-gebruik, want nog lang niet alles is in kaart gebracht. Recente onderzoeken wijzen uit dat epo ook een psychologisch effect kan hebben. Een renner met epo in zijn bloed zou zich sterker en frisser voelen. De effecten van epo-gebruik op de lange termijn zijn nog niet goed bekend. Dat kan ook niet omdat het middel pas een jaar of vijftien in zwang is. Er zouden dus nog onbekende risico’s aan epo kunnen kleven. Probleem bij het opzetten van onderzoek is dat wielrenners er niet graag aan meedoen. ,,Wielrenners zijn vooral met zichzelf bezig en hebben geen zin om een heel jaar voor de kat zijn viool allerlei testen te ondergaan. Van die testen gaan ze niet harder fietsen, dus het interesseert ze niet’’, zegt Nikkels.
In die eenzijdige, op resultaat gerichte houding, schuilt volgens Nikkels een reëel gevaar. ,,De drempel in het profpeloton om doping te gebruiken is heel laag. Ik zie soms kamikazegedrag van renners die plat gezegd alles naar binnen kappen wat ze te pakken kunnen krijgen. Renners zitten daar niet mee. Je bent in het peloton geen sukkel als je doping gebruikt, je bent pas een sukkel als je betrapt wordt.’’
Ondanks de recente dopingaffaires blijft Nikkels genieten van de sport. ,,De maat is bij mij niet snel vol, daar is de sport te mooi voor. Ik blijf renners steuinen waar ik kan, ik laat ze niet in de steek. Deze orkaan overleven we ook wel weer, al zal het tijd kosten.’’
 
Uit WielerMagazine najaar 2006