‘De besten winnen nog steeds’
 
Harm Kuipers is van huis uit duursporter, een man van de lange adem. Dat komt hem goed van pas bij het steeds maar weer herhalen van zijn boodschap. ,,Mensen hebben een beeld dat doping zorgt voor betere prestaties en dat een wielrenner niet meer zonder kan. Onzin, maar mijn genuanceerde verhaal helpt niet.’’
 
Beeldvorming is een hardnekkig iets, ervaart Harm Kuipers, wereldkampioen schaatsen in 1975 en hoogleraar bewegingswetenschappen aan de Universiteit van Maastricht. Hij zei het al zo vaak, doping werkt hooguit een beetje, van sommige producten gaan de prestaties zelfs aantoonbaar achteruit, maar het fenomeen is onuitroeibaar. Neem amfetaminen, in de jaren zestig en zeventig een veelgebruikt middel en nog steeds in zwang in sommige (lagere) categorieën van de wielersport. Amfetaminen zijn levensgevaarlijk en helpen de duursporter van geen kanten, weet Kuipers uit wetenschappelijk onderzoek. ,,Tom Simpson is eraan bezweken. Je maximale prestatie gaat omlaag van amfetaminen, je eetlust neemt erdoor af en ze hebben een nadelige invloed op het herstel omdat je er niet van kunt slapen. Door amfetaminen voel je je in het begin goed, maar daarna niet meer. Onderzoek heeft uitgewezen dat gebruik van pure amfetaminen een acute hartstilstand kan veroorzaken, de warmtehuishouding raakt erdoor verstoord. In een disco in Limburg is een paar jaar geleden nog een meisje hieraan overleden.’’
Amfetaminen zijn puur slecht, het verhaal van epo is volgens Kuipers gecompliceerder. Epo verhoogt het aantal rode bloedcellen – de hematocrietwaarde.  Hierdoor kan het bloed meer zuurstof naar de spieren vervoeren. Dat kan een gunstig effect hebben op prestaties, stelt Kuipers. ,,In theorie gaat je maximum-snelheid op de fiets omhoog van epo, maar de Tour de France rijd je niet op maximale snelheid. Als je er vanaf het begin vol invliegt, kom je na verloop van de wedstrijd kapot te zitten. Epo-gebruik kun je vergelijken met het opvoeren van de motor zonder de tank te vergoten. Dan krijg je brandstoftekort.’’
Toch is het verhogen van de het maximale vermogen voor een sporter aantrekkelijk. Het kan net het verschil tussen winst en verlies betekenen, erkent Kuipers. Vooral in topsport zijn het de details die het doen, zijn kleine verschillen bepalend voor winst of verlies. In het begin van de jaren negentig boekten Italiaanse renners de ene opzienbarende uitslag na de andere, ze reden iedereen voorbij. ,,Dat renners uit Italië in die tijd epo gebruikt hebben staat als een paal boven water, of is heel aannemelijk. Maar Italië liep in die tijd ook voorop met trainers als Conconi en Ferrari, die ver waren met de ontwikkeling van interval-trainingen. Dit heeft ook veel invloed gehad. Prestatie en dopinggebruik worden vaak onmiddellijk aan elkaar gekoppeld, onterecht.’’
Wetenschapper Kuipers verwijst in dit verband naar onderzoeken bij schaatsers. ,,Bij schaatsen heeft een hoge hematocrietwaarde geen enkele invloed op de prestaties. Ik ben bij de wereldkampioenschappen allround in Heerenveen geweest, en ik ben er absoluut van overtuigd dat Sven Kramer en Ireen Wüst puur rijden. De verbetering van records zit hem bij schaatsen niet in het gebruik van doping maar in de verbeteringen in de technologie; de klapschaats en snellere pakken.’’
Epo als herstelmiddel dan. De Bredase sport- en huisarts Berend Nikkels pleit voor het – onder medische begeleiding - toedienen van epo. Dit om de hematocrietwaarde bij renners in meerdaagse wedstrijden op peil te houden en zo een beter herstel te bewerkstelligen na de zware inspanningen. Volgens Kuipers is nooit aangetoond dat epo bijdraagt aan sneller recupereren. ,,Ik heb met Berend Nikkels gesproken, maar hij weet helemaal niet waar hij het over heeft, hij kent zijn literatuur niet. Zo’n man wordt dan als autoriteit beschouwd.’’
Kuipers wijst op de gevaren van epo. ,,Op korte termijn verhoogt epo de bloeddruk, het kan epilepsie tot gevolg hebben en het kan leiden tot een herseninfarct. Op lange termijn kan epo leiden tot ijzervergiftiging. Een te hoge hematocrietwaarde is ook echt gevaarlijk voor het hart. Het is aannemelijk dat renners die in het verleden zijn overleden in hun slaap, hiermee te maken hadden. Rode bloedcellen zijn net zo dik als de nauwste bloedvaten, en als er te veel rode bloedcellen zijn, kan het hart niet meer genoeg kracht leveren om de bloedcellen door die nauwe vaten te persen. In je slaap maakt het hart minder slagen en kan het tot stilstand komen als het bloed te dik is door een te hoog gehalte aan rode bloedcellen.’’
Vrijgeven van epo is volgens Kuipers dan ook geen medisch verantwoorde optie. ,,Als wetenschappelijk experiment zou het interessant zijn om eens te kijken wat er gebeurt als we epo vrijgeven, maar er zullen wel doden bij vallen. Met een goede dokter zou het misschien kunnen, maar er zijn te veel slechte dokters of mensen die zich voor arts uitgeven. Echte toppers kunnen zich samenwerking met een goede dokter veroorloven, maar de sporters die net onder de top zitten komen dan in handen van sjacheraars. Dat is levensgevaarlijk.’’
Sjacheraars, ‘foute figuren’, hebben volgens Kuipers nog te veel invloed in de wielrennerij. ,,Mensen als Willy Voet gaven van alles en nog wat aan renners. Ze kennen hun eigen mogelijkheden wel, maar hun grenzen niet. Dit soort mensen houdt de mythe van doping in stand en renners geloven hen. Renners geloven sowieso alles. Als je zegt dat ze capsules met kippenstront moeten nemen, doen ze het ook. En renners die wél kritische vragen stellen, worden niet op prijs gesteld. Ze worden uit de ploeg gezet.’’
Toch ziet Kuipers wel een kentering als het gaat om het zelfreinigend vermogen van de sport. Dat neemt volgens hem langzaam toe. ,,Er wordt veel boter uitgedeeld in kringen van ploegleiders en verzorgers, en sommigen smeren dat op hun hoofd. Maar het kan best zo zijn dat iemand als Patrick Lefevere, die eerst dopingzondaars Virenque en Museeuw in zijn ploeg nam en nu pleit voor maatregelen tegen doping, tot inzicht is gekomen. Misschien vraagt hij zich nu af waar hij altijd mee bezig is geweest.’’
Blijft het gevaar van de ‘medicijnmannen’ zoals vroeger Willy Voet, die renners van alles en nog wat toestoppen. ,,Ik heb ooit het boekje van Voet gelezen over de Festina-affaire. Hij vertelt dat Richard Virenque en Laurent Dufaux aan hem vroegen om groeihormoon. Gedienstig als Voet is, gaf hij dat spul, maar het werkt helemaal niet, onvoorstelbaar amateuristisch. Renners denken dat het wél helpt, maar dat komt puur door het placebo-effect. Als je dénkt dat het werkt, werkt het al. Scandinavische onderzoekers hebben een experiment gedaan met epo. Eén groep kreeg echte epo, de andere kreeg een placebo. De groep die het echte middel kreeg, merkte niks van betere prestaties. Ik weet uit eigen ervaring ook dat een placebo fantastisch werkt. Het is puur psychisch. We moeten de rol van dit soort bijgeloof niet onderschatten.’’
Kuipers denkt dat bijgeloof ook een rol heeft gespeeld bij Floyd Landis, de avond na zijn spectaculaire inzinking in de Tour. ,,Landis had die dag te maken met een hongerklop, zijn suikers waren op. Dat kun je heel goed aanvullen met eten, maar het is mogelijk dat een van Landis’ verzorgers heeft gezegd dat hij maar wat testosteron moest nemen. Ik denk dat ze vervolgens het verhaal over Landis’ alcoholgebruik die avond hebben verzonnen omdat ze wisten dat alcohol invloed heeft op het testosterongehalte. Ze wisten kennelijk niet dat we nu zo ver zijn dat we lichaamsvreemd testosteron, van buitenaf toegediend, kunnen opsporen.’’
Kuipers bedoelt nog maar eens, zo slim zijn veel begeleiders van wielrenners niet. Hij kent de theorie dat dopinggebruikers en hun entourage altijd een voorsprong hebben op de controleurs omdat ze steeds nieuwste middelen ter beschikking hebben, nog voordat die traceerbaar zijn.
,,Maar onze wereld is niet groot, dus we kennen de begeleiders van sporters goed. De kans dat deze mensen voorop lopen is vrij klein.’’
Over het veronderstelde testosterongebruik van Landis verschilt Kuipers van mening met Berend Nikkels, die denkt dat Landis baat heeft gehad bij toediening van het mannelijk hormoon. Kuipers stelt dat testosteron zo snel niet werkt. ,,Het is niet zo dat je de ene dag in elkaar kunt klappen, en dan de volgende dag met testosteron de sterren van de hemel rijdt. Er is eerder evidentie van het tegendeel.’’
Testosteron of niet, Kuipers bewondering voor de wonderbaarlijke prestatie van Landis op weg naar Morzine blijft overeind. ,,Voor mij is Landis de winnaar van de Tour. De kampioen blijft de kampioen. Aangezien de besten nog steeds winnen, is sport nog altijd leuk.’’