‘Hard rijden is mooi, prijs rijden is beter’

Gerard Vianen was een ganer

,,Ik was een knappe coureur, ja. Een flyer, een rouleur, ik kon goed op kop rijden. Een ganer.’’ Gerard Vianen (58) uit Kockengen verrijkt het Nederlands met een nog niet bestaand woord. ‘Ganer’, mannelijk. zelfst. nw. wielerterm, een wielrenner die op de goede momenten erg lang heel hard kan fietsen, afgeleid van het werkw. gaan!’

Aan tafel vertelt Vianen van vroeger. Zijn vrouw Alie kijkt vanuit de kamer toe. De familie heeft net de wekelijkse gezamenlijke maaltijd achter de rug. Kleindochter Eline is nog op bezoek, de moeder van Alie ook nog. Vianen oogt voldaan en prijst de jongste van het gezelschap. ,,Een hele beste meid.’’

Gerard Vianen. Vier jaar Caballero te beginnen in 1967, daarna één seizoen Fagor-Mercier-Hutchinson, één jaar Goudsmit Hoff, één seizoen Gitane-Frigecreme, drie jaar Gan Mercier en tenslotte in 1977 nog een jaartje De Onderneming-Marvik. Ruim dertig profzeges, waaronder een etappe in de Tour (1974), twee stuks in de Ronde van Spanje (’72), ritten in de Dauphiné Libéré en de Ronde van Zwitserland (’70), winnaar Genua-Nice (’71).

De Touretappe trekt natuurlijk de aandacht. Het was de twintigste rit, naar Nantes, en Vianen zat nog niet op zijn tandvlees. ,,Twintig kilometer voor het einde was er een kopgroep van vier man weg. Ik pakte ze terug, over een slingerweggetje, en ging erop en erover. Ik had die dag formidabele benen en kwam ook nog eens tussen de motoren terecht. Iedere keer kreeg ik een zetje mee. Dat geluk moet je hebben, maar Knetemann zei later ook dat ik hem echt in mijn eentje had verdiend. En dat terwijl Merckx nog achter me aan heeft gereden.’’

Nantes had in dat jaar 1974 een wat nare klank in de oren van Vianen, want in diezelfde plaats ging het in 1968 mis. In dat jaar had Vianen er kunnen winnen als zijn kopman, Jan Janssen, Bitossi had gecounterd. Maar Janssen had andere dingen aan zijn hoofd die ronde. Hij zou de eerste Nederlandse Tourwinnaar worden. Vianen heeft dat niet tot het eind toe meegemaakt. Die Tour kwam iets te vroeg in zijn loopbaan en hij gaf op. Spijt heeft hij er niet van. ,,Het zat er helemaal niet in dat Janssen zou gaan winnen. In het begin reed hij als een krant. En hij voelde zich ver verheven boven de rest.’’

Maar nee, Vianen wil niet afgeven op Janssen. Jan werd immers nummer één en heeft het gelijk dus aan zijn zijde. Alleen; als een oude krantenkop ter tafel komt waarin Janssen zegt dat hij respect heeft voor Vianen, reageert deze met één woordje: gelul.

Niet dat Vianen in het peloton bekend stond als een grote mond. Integendeel, hij was eerder wat schuchter, maar had daar iets op gevonden. Gewoon zo hard rijden dat ze niet om je heen konden. Als amateur geen topper, maar bij de profs meteen goed in de prijzen, zo verliep het. Niet echt een winnaar van huis uit, maar toch zijn zeges meegepikt. En ondertussen jaren gereden voor Zoetemelk, bij Gan Mercier. ,,Ik hoefde bij Joop niet de hele dag aan zijn wiel te hangen, hij liet me vrij. Als er een gat dicht moest wist ik wat me te doen stond.’’

Het contact tussen Vianen en Joop is verwaterd, het contact tussen Vianen en de wielersport niet. Af en toe komt hij opdagen bij een koers voor oud-renners, de grote wedstrijden volgt hij op afstand en de pure liefhebberij is gebleven. Een rondje fietsen, ’s middags na gedane arbeid bij de Watertransportmaatschappij Rijn Kennemerland, dat is toch nog steeds het mooiste. Even zestig kilometer wegtrappen. Daarom stopte Vianen al vrij snel met het begeleiden van renners van wielervereniging De Volharding, want hij kwam door die bezigheid zelf niet meer aan fietsen toe. ,,Ik miste het te erg.’’

Het liefhebbershart spreekt ook als Vianen het heeft over de Galibier, voor hem de mooiste Tourbeklimming van allemaal. ,,Je kunt daar schitterend de balans vinden tussen je ademhaling en de kracht op de pedalen. En een prachtige omgeving!’’ Dat Vianen zich zorgen maakt over het niveau van de huidige lichting Nederlandse amateurs, zal ook niet voortkomen uit desinteresse. Maar om zich nou voor te laten staan op zijn verleden als beroepswielrenner, welnee. ,,Het leven is betrekkelijk. Je mag hier een poosje rondlopen en doen wat je wilt. Ik heb vaak in de belangstelling gestaan door de wielrennerij, maar dat wil niet zeggen dat ik iets meer ben dan een ander.’’

Even zo goed waren het mooie tijden. Een opmerkelijk relikwie aan de muur getuigt daarvan. Het grote bord is het enige in de huiskamer dat aan de loopbaan van Vianen herinnert. ’14 – 9 – 1967. Kampioen van Vlaanderen.’ Vianen was die dag in zijn eerste profseizoen zonder veel verwachtingen en focus naar Koolskamp gereden. ,,Koolskamp, waar ligt dat? Achter Roeselaere? Waar is dat?’’ Op die manier raakte Vianen verzeild in een van de Vlaamse topkoersen qua sfeer, traditie en publiek. Halfweg wedstrijd ging het wel lekker en was het Vianen duidelijk geworden dat hier iets bijzonders speelde. Al die mensen, al dat enthousiasme. Hij dacht: ik zal maar eens wat doen. Op een steenpad aan de achterkant van het parcours ging hij er vandoor, samen met een Belg die tegen de verwachting in niet kwam vragen of er viel te praten over de zege van de dag. Vianen één.

Het zijn zulke belevenissen die maken dat Vianen met liefde terugkijkt op zijn vroegere vak. Net als ook die keer in Portugal dat ze de eerste etappe van de nationale ronde lieten eindigen op een smal geitenpaadje. Alleen de Portugezen wisten ervan, alle buitenlanders op een kwartier. Of dat jaar in de Vierdaagse van Duinkerken, toen Merckx en Maertens het met elkaar aan de stok kregen. Merckx wilde laten zien dat hij kon fietsen, Maertens liet het er niet bij zitten. Om beurten op kop, en daarachter het hele spul op een lint. Rijen, rijen, rijen. Vianen geniet na. ,,Het was een prachtige periode.’’

Natuurlijk had het hier en daar anders kunnen gaan. Beter ook. In 1966 werd Jan van der Horst Nederlands Kampioen bij de amateurs. Zijn ploegmaat Vianen offerde zich op en werd derde. ,,Als je later ziet hoeveel impact zo’n kampioenschap heeft, denk je toch: ik heb me bij de ballen laten pakken. Hard rijden is mooi, prijs rijden is beter.’’

Achter de grote motoren had het ook nog wat moois kunnen worden met Vianen, want hij had er de lichte tred voor. Maar de toenmalige bondscoach voor de wegwedstrijden, Joop Middellink, maakte korte metten met dat idee. Middellink sprak de woorden: ,,Als jij achter die peteroliestelletjes blijft aanrijden, ken ik je niet meer.’’ Vianen koos voor de weg, maar de belangstelling voor het stayeren is nooit verdwenen. Hij ging op Mallorca op bezoek bij Guiem Timoner, de Spaanse veelvoudige wereldkampioen. Gewoon uit liefhebberij.

Zo struint Vianen ook ruilbeurzen en rommelmarkten af, op zoek naar mooie oude boeken. Pas nog tikte hij Het Rijke Vlaamsche Wielerleven van Karel van Wijnendaele op de kop. En De Mysterieuze Krachten in de Sport van Joris van den Bergh heeft hij in drie uitvoeringen thuis staan. En een nieuwe bezigheid zit in het vat; wielermonumenten fotograferen. Te beginnen bij het gedenkteken voor Arie van Vliet in Woerden.

Wat deed Gerard Vianen in 1977?

In zijn laatste profseizoen reed Vianen voor de sponsor De Onderneming-Marvik. Hij pakte winst in de criteriums van Galder en Kamerik, maar kon zonder het internationale werk niet meer echt goed zijn. ,,Als je als beroeps niet vanaf het begin van het seizoen dat hele circuit meemaakt van trainingskampen, Béssèges, Parijs-Nice, dan kom je een tand tekort. Daar valt niet tegenaan te trainen. Maar in ’77 wist ik al hoe ver ik kon reiken in het beroep, ik had al genoeg meegemaakt. Op den duur gaat het metier een beetje tegenstaan; Jantje rijdt niet omdat Pietje niet mee is, Klaasje heeft weer andere belangen. En het reizen had ik ook wel gezien. Het was goed zo.’’

JULI

Betty Stöve bereikt de finale van Wimbledon. Ze verliest van Virginia Wade;

De Turkse premier Ecevit treedt af nadat zijn regeringsprogramma is afgekeurd. Demirel volgt hem op;

De bankier Jürgen Ponto wordt bij Frankfurt door terroristen vermoord;

Tijdens urenlange stroomstoringen in New York, komt het tot plunderingen;

In Mexico-Stad bezetten 12.000 politiemannen de universiteit;

In China wordt de Bende van Vier uit de Communistische Partij gestoten;

Vladimir Nabokov, Russisch-Amerikaans schrijver, overlijdt.

Uit Wieler Revue mei 2002