Freddy Maertens doet voort

Daar staat hij. Freddy Maertens, van 13 februari 1952. Hij zet zijn voeten iets uit elkaar, trekt zijn broek op en laat zijn geblokte torso goed uitkomen. Graniet. Maertens ontvangt in het Wielermuseum in Roeselaere, waar tot eind maart een tentoonstelling is over zijn loopbaan. Een omstreden man. ,,Ik was toch niet positief?’’

In het wielermuseum vult Maertens zijn middagen. Het is zijn werk tegenwoordig. Hij is er aanwezig als levende trekpleister. Een rol die hem wel ligt. Even babbelen met bezoekers, een vriendelijk woord voor iedereen, en waar het kan tussendoor wat onzin maken. Als broekventje was Maertens al een speelvogel, en dat zal niet meer overgaan. Freddy is geen man om meneer Maertens tegen te zeggen. Stap met hem in de lift van het wielermuseum en hij begint op en neer te springen en vraagt zich af of we nog wel boven geraken, bij de expositie over de verongelukte ‘Jempi’ Monseré. Gelukkig, het lukt. Zoals eigenlijk altijd alles gelukt is in het leven van Maertens. Zolang het maar rechtstreeks met de fiets te maken had, met koers. Weinig renners hebben zo veel gewonnen als Freddy. Twee keer wereldkampioen, de Ronde van Spanje 1977 met dertien ritzeges, acht ritzeges in de Tour 1976, vijf in die van 1981, drie keer de groene trui in de Tour, de Grand Prix des Nations in 1976, het is een lange lijst,. Parijs-Brussel, Parijs-Tours, Parijs-Nice, twee keer Gent-Wevelgem, twee keer Het Volk, twee keer de Ruta del Sol, vier keer de Vierdaagse van Duinkerken. Twee keer het jaarklassement Super Prestige Pernod voor de beste coureur van het seizoen. 221 zeges als beroepsrenner.

Op de fiets was Maertens slecht te kloppen, ernaast zat hij in de hoek van de klappen. Wegens belastingschuld moest hij met vrouw Carine en dochter Romy zijn luxe villa in Westende verlaten. dobermann pincher Flits werd overgedaan aan de nieuwe eigenaars, want hij kon slecht mee naar het appartement in Nieuwpoort. Van al het geld dat Maertens verdiende als coureur, is niet veel meer over. De laatste jaren van zijn carrière sleet hij zonder nog iets te winnen bij tweederangs ploegjes als Robland, Nikon-Elro, AVP-Viditel en Masta-Te Ve Blad - Concorde. Na zijn fietsloopbaan ging hij jarenlang de boer op als vertegenwoordiger van sportkleding.

En nu dus het museum. Honderden foto’s van Maertens liggen er te kijk. Freddy als winnaar: ‘Tussen twee plaatselijke schonen in Barcelona’. Freddy al keeper: ‘Tussen de palen in Zottegem.’ Freddy als volksheld: ‘Ronde van Vlaanderen 1977, de beste man in de koers (hier als tweede over de meet) werd gedeklasseerd.’

Die Ronde van Vlaanderen 1977 is vaak besproken. Roger de Vlaeminck nestelde zich in de finale in het wiel van Maertens, bleef daar kilometers lang zitten, en won met gemak de sprint-à-deux. Zelden zal een winnaar zo zijn uitgejouwd als die dag. Maertens werd ook nog eens geschorst omdat hij onreglementair van fiets had gewisseld voor de Koppenberg, die in 1977 voor het eerst in de Ronde werd opgenomen.

Later dat jaar tekenden De Vlaeminck en Maertens een curieus contract. Maertens zou DeVlaeminck helpen in Luik-Bastenaken-Luik en het Belgisch kampioenschap, DeVlaeminck verplichtte zich Maertens bij te staan in Parijs-Roubaix. Omdat ze elkaar niet vertrouwden werd er een officieel document van gemaakt, met maar liefst twee handtekeningen van beide matadoren eronder. Een combine op papier. Een afdruk ervan staat in het boek ‘Niet van horen zeggen’, de wielermemoires van Maertens die in 1988 verschenen.

In dat boek vertelt Freddy wat hem op de lever ligt, en dat gaat niet voorzichtig. Combines, doping, spelletjes, van alles komt aan bod. De reactie van het wielermilieu op het boek was destijds stereotiep. Oud-ploegleider Lomme Driessens besteedde er heldere woorden aan: ‘Zot, zot, zot’, vond hij de openbaringen van Maertens.

De man zelf gaat eens even zitten op een bankje in het wielermuseum om uit de doeken te doen dat hij nog steeds achter de inhoud van het boek staat. Er zijn geen verkeerde dingen in terechtgekomen, betoogt hij. ,,Ze kunnen er niks op zeggen. Anders ga je toch te rade bij een advocaat? Dat is niet gebeurd. Niemand heeft me aangeklaagd.’’

Zo gemoedelijk gezeten op dat bankje valt het niet zwaar een ander lastig onderwerp aan te kaarten bij de oud-kampioen. Doping. Die wonderbaarlijke comeback in 1981, met dat wereldkampioenschap en die vijf ritten in de Tour – en dat na enkele jaren van miserie en weinig uitslagen - Freddy, er zijn veel mensen die denken dat dat met doping te maken heeft gehad. Nu reageert Maertens zelf geheel volgens geijkte wielerpatronen. ,,Doping? Ik was toch niet positief?’’ Om er meteen het geheim van zijn succes aan toe te voegen: veel trainen. ,,Luister, ge moet niet in uw bed blijven liggen tot negen uur. Dan moet er al minstens tachtig kilometer op de teller staan. Ik zeg het, de morgenstond heeft goud in de mond. Er zijn nog weinig uitlaatgassen in de lucht. En vergeet niet, ik ging na de koers nog achter de derny naar huis. Als ik me voorbereidde op een belangrijke wedstrijd, reed ik om de andere dag driehonderd kilometer.’’

Op de huidige stand van zaken in de wielrennerij heeft Maertens zijn eigen kijk. Want luister, zonder afbreuk te willen doen aan de prestatie, Peter van Petegem heeft echt op grootse wijze de Omloop Het Volk gewonnen, formidabel! ,,Maar dan is Kuurne-Brussel-Kuurne er de volgende dag te veel aan. Ik weet niet wat zijn ploegleider daar van denkt, maar volgens mij had hij beter van voren kunnen rijden in die koers, werken voor de ploeg. Ik heb het ook altijd zo gedaan, vroeger. Als ik een slechte dag had, werkte ik voor de anderen. Wij reden vroeger altijd om te winnen.’’

Dat laatste geldt dan vooral voor de tijd dat Maertens met Marc Demeyer en Michel Pollentier bij Flandria een ijzersterk vriendenclubje vormde. In zijn boek laat hij auteur Manu Adriaens daarover rake dingen noteren. ,,Ik denk niet dat het later in het wielrennen nog geëvenaard is dat drie renners zo vaak in staat waren een finale helemaal naar hun hand te zetten.’’

Ook over de affaire VDB spreekt Freddy zich uit. ,,Die is erin geluisd, dat is zeker. Waarom rijdt iemand juist twee dagen voor de Omloop Het Volk met een wagen vol middelen te hard? Een wagen die ook nog niet verzekerd is?’’ Voor Freddy is het allemaal geen vraag.

Lachend loopt hij door het museum. Even koffie halen voor de gasten. Even babbelen met oudere mensen die hem bewonderen. Even een schuine blik werpend op de televisie in de hoek, die voortdurend prachtige koersmomenten laat zien. Maertens wint op tv van Merckx in Parijs-Brussel. In een gesprekje valt de naam van Jacques de Goede, in 1984 Maertens’ ploegleider bij AVP-Viditel. De kampioen reageert razendsnel. ,,De Goede? Ik krijg nog geld van hem. Muchos dineros, oui oui monsieur.’’

Als Maertens praat maakt zijn tong nog steeds die bewegingen die destijds leken te wijzen op dopinggebruik. Op zondagmorgen fietst hij nog zijn rondjes. Freddy maakt niet de indruk ergens gebukt onder te gaan. Het afscheid is hartelijk. ‘Ciao!’

In het gastenboek van het museum laten mensen weten wat ze van de Maertens-expositie vinden. De één zegt: ‘Het was heel leuk.’ De ander: ‘Freddy, u was een zeer sympathiek wielrenner.’ Een derde: ‘Zo iemand als Freddy gaan we niet rap meer hebben.’

Wat deed Freddy Maertens in 1977?

In 1977 presteerde Maertens het ongerijmde; In de Ronde van Spanje wist hij dertien etappes te winnen, plus het algemeen klassement. In de Waalse Pijl reed hij iedereen op vier minuten, maar die zege werd tenietgedaan door het verboden product stimul dat bij de dopingcontrole aan het licht kwam. In de Giro stond zijn etappetellertje al op zeven zeges, toen hij in een middagetappe probeerde zij achtste binnen te halen op het motorcircuit van Mugello. In de spurt kwam hij eerst in aanraking met de elleboog van Rik van Linden, en vervolgens met het asfalt. Zij pols was beroken. Het zou ook een breekpunt worden in zijn carrière. De jaren nadien ging het stukken slechter. Tot de wonderbaarlijke en kortstondige wederopstanding van 1981.

Uit Wielerrevue april 2002