Cees Stam is zo gevonden

‘Eerst waarmaken, dan babbelen’

Cees Stam is niet moeilijk te vinden. Rijd van Amsterdam naar Alkmaar, en kijk rechts van de snelweg. Dat grote gebouw met die drie letters erop, daar houdt de vroegere kampioen stayeren kantoor als product manager. Hij is bij AGU van de kleding.

Vroeger was Stam ook niet moeilijk te vinden. Je ging naar een baanwedstrijd, wachtte het programma voor de renners achter de grote motoren af, en keek eens goed naar dat kleine mannetje op kop. Grote kans dat het Cees Stam was. Hij werd acht keer Nederlands kampioen en vier keer wereldkampioen, tussen 1968 en 1978. Stam maakte dus de ommekeer van 1969 mee, toen de zware motoren werden vervangen door een lichtere versie. Dat maakte nogal wat uit. ,,Op de lichtere motoren ging de gangmaker staan. Dat gaf meer wind, het stayeren werd zwaarder voor de meesten. Achter zware motoren kon je als mindere wielrenner nog hoog stijgen’’, schetst Stam. Dat was na 1969 gedaan.

In al die jaren dat Stam zijn rondjes draaide achter het gemotoriseerd geweld, is hij niet een keer in zo’n wedstrijd gevallen. Een kwestie van techniek. ,,Je moet een beetje handig zijn op de baan. Op een klein stukje van de rol rijden is een kwestie van concentratie. Je moet zonder naar de rol te kijken weten waar je zit, je ogen gericht op de schouder van de gangmaker.’’

Het vallen gebeurde wel in de wegwedstrijden, eerst als amateur bij de Ketting-ploeg, later als prof voor dezelfde sponsor Ton Ketting en in de laatste jaren voor Dura Ace Shimano (’77), Bode Deuren Shimano (’78) en Agu Sport (’79).

De huidige werkgever van Stam was in zijn laatste jaren al sponsor, en het is geen toeval dat Stam van zijn actieve wielercarrière overstapte naar een actieve loopbaan als kledingspecialist bij Agu. Het was zijn eigen idee om ook kleding op te nemen in het assortiment. Hij was toch altijd al op zoek naar goede spullen en had er verstand van gekregen. Goede broeken in die tijd kwamen uit Milaan, van het merk Gianni. SIDI had destijds de beste schoenen, nog met ijzeren plaatsje die eronder getimmerd moesten worden. ,,Eddy Merckx en René Pijnen waren daar altijd mee bezig in de zesdaagsen. Plaatje eraf, een millimeter naar rechts, een millimeter naar links.’’

De overstap van het vrije wielerleven naar een baan met meer strikte banden ging verliep soepel. In het begin ging Stam op de fiets de boer op, en de Agu-directeuren Jaap en Peter van den Kommer vertrouwden het wel. Met zelfstandig opereren had Stam niet veel moeite. Dat was hij in al die jaren profsport wel gewend geraakt, zeker als stayer. ,,Voor de wegrenners was er altijd wel begeleiding, maar wij gingen allen door heel Europa. ,,Berlijn. Leipzig, Brno, ik weet niet waar. Je keek: daar kunnen we zo veel vangen, daar zo veel. Je moest ook met je gangmaker onderhandelen. Dat maakt je wel mondig. Bij mijn eerste wereldtitel kwam de burgemeester thuis op bezoek en wist ik niet wat ik moest zeggen. De laatste keer was ik gewoon gesprekspartner van die man. Je leeft tien keer sneller in de topsport.’’

Legendarisch zij de verhalen uit de tijd dat de gangmakers de koersen bepaalden en de renners maar zo’n beetje op het tweede plan achter de motoren hingen. Stam heeft die tijd niet meer meegemaakt, zegt hij. ,,Het was niet zo – zonder met kapsones te komen – dat de gangmakers konden kiezen uit vijf Stams. Ik werd uitgenodigd bij de wedstrijden, niet de gangmaker.’’

Zeven jaar reed Cees Stam achter de brede rug van Joop Stakenburg. In 1976 kwam het tot een breuk tussen die twee, die voortvloeide uit een breuk van Stams arm. Bij een criterium in Woerden brak hij zijn handwortelbeentje. Typisch is dat zijn zoon, de baanrenner Danny, later dezelfde blessure zou oplopen. Typisch is ook dat gangmaker Stakenburg in 1976 naar een andere renner op zoek ging om mee te rijden, terwijl Stam aan de kant stond. Stakenburg kwam met Martin Venix op de proppen, en dat zette kwaad bloed bij Stam. ,,Hij had met iedereen kunnen gaan rijden, maar niet met mijn grootste concurrent. Dat was niet direct iets wat ik hem vergeven kon. We gingen met onenigheid uit elkaar, helaas.’’

Via zoon Danny blijft Stam betrokken bij de actieve wielersport. In de zesdaagse van Amsterdam fungeerde hij als dernypiloot. Stam senior is trots op Stam junior, maar niet overdreven. Toen zoon Danny – ‘Den’, zegt Cees – te licht werd bevonden voor de profploeg van Rabobank, kwam hij dan ook niet in opstand. ,,Dat zit niet zo in ons. Ik heb sowieso een beetje een hekel aan mensen die heel hard schreeuwen en niks doen. Eerst waarmaken, en dan babbelen.’’

Niet dat Stam senior het eens was met de beslissing van de Raboploeg over Danny. ,,Ik loop al 24 jaar mee met die jongen en ik ken hem dus goed. Den is gewoon een laatbloeier. Hij kon goed bergop rijden en daarvan zijn er niet zo veel.’’

Het duo Slippens - Stam junior is inmiddels een gevestigde waarde in de zesdaagsen. Pa Stam schetst de rolverdeling van het koppel: ,,Slippens is de snelle baanrenner en Den is de man met de inhoud. Dat vangt elkaar gigantisch goed op. Ze zijn graag gezien en daarbij zien ze er altijd heel goed gesoigneerd uit. Ze zijn daar helemaal gek van. Het zijn net twee broertjes.’’

Ook vanwege zijn werk is de wielersport nooit op afstand in het leven van Cees Stam, de wereldkampioen. Al kan dat werk ook wel eens een tikkeltje in de weg zitten. Tijdens de laatste wereldkampioenschapen op de weg voor profs, op Zolder, kon hij niet kijken. AGU had juist die zondag een verwenbijeenkomst voor goede klanten en daarbij mocht de product manager niet ontbreken. Vervelend ja, maar ook weer niet onoverkomelijk. ,,Ik heb ’s avonds gekeken naar Sport in Beeld.’’

Wat deed Cees Stam in 1977?

In 1977 werd Stam voor de vierde keer wereldkampioen bij de stayers, te San Cristobal (Venezuela). Als amateur had hij die titel al eens behaald in 1970, en als prof in 1973 en 1974. De zege van 1977 werd door de buitenwereld niet verwacht. Stam was in 1976 na de val in Woerden lang uitgeschakeld. Hij reed een slecht winterseizoen 1976/1977, en zat wat in de put. Baancoach Frans Mahn haalde hem daar weer uit. San Cristobal werd voor Stam een van de twee wk’s waarvan hij zelf wist dat ze niet konden mislukken. In Canada (1974) zat hij onder de race rustig naar de rondebordjes in de wetenschap dat niemand zijn koppositie kon bedreigen. In San Cristobal sprak hij bij aankomst de zelfverzekerde woorden: ,,Wie hier wil winnen moet eerst mij voorbij.’’ Dat bleek. Na tweehonderd meter nam Stam het initiatief, en geen mens kwam er nog langs.

NOVEMBER

CDA en VVD sluiten een regeerakkoord;

De Filippijnse oppositieleider Aquino wordt ter dood veroordeeld;

Na verkiezingen blijft de Griekse premier Karamanlis aan het bewind;

De Ier Patrick Gallagher wordt door Nederland aan Ierland uitgeleverd. Hij zou een postkantoor in Dublin hebben overvallen;

De Veiligheidsraad stelt een wapenembargo tegen Zuid-Afrika in;

De Nederlandse werkgevers en –nemers komen niet tot een centraal akkoord;

Aleksej Grigorjevitsj Stachánov, Russisch modelarbeider, overlijdt.

1971 Ketting

1972 Ketting-Didam

1973 Ketting-Shimano

1974 Ketting-Shimano

1975 Ketting-Shimano

1976 Ketting-Shimano