Salgado houdt je even vast

Het kletterde hard op de golfplaten van het overdekt terras in Rio Branco, in de beboste binnenlanden van Brazilië. Er werd vrolijk gedronken en gezongen op heerboer João Branco, de man van wie werd aangenomen dat hij de moord op rubbertapper Chico Mendes had verordonneerd. Op zich niet vreemd zo’n feest, maar wie zaten daar mee te drinken en te zingen?

De moord op vakbondsman Mendes bracht wereldwijd beroering. Vlak voor kerstmis 1988 werd hij bij zijn huisje in oerwouddorp Xapuri doodgeschoten omdat hij zich inzette voor behoud van het woud. Dat strookte niet met de belangen van de grootgrondbezitters in het gebied.

De middag voor het openbare feestje van João Branco, in 1989, waren een collega en ik op journalistiek bezoek bij de Bond van Rubbertappers ter plaatse. We werden door een sympathieke inefficiënte dame op een bakje geplaatst om daar lang te wachten. Later die middag zou de advocaat van de rubbertappers ons belerend toespreken over de perfide praktijken van de malafide grootgrondbezitters in het algemeen, en de onbetrouwbare João Branco in het bijzonder.

Alles paste die middag wonderwel in een overzichtelijk schema. Leve de dode Chico, dood aan Branco de boef! De schok kwam ’s avonds, op het terras bij Branco’s partijtje. Want wie dronken daar en zongen lang-zal-hij-leven voor João Branco? De advocaat en de inefficiënte dame.

Waar verstand en gevoel met elkaar in botsing komen, daar krijgt in Brazilië de rede het zelden voor het zeggen.Vetes op verzakelijkt vlak hoeven een geanimeerd fuifje niet in de weg te staan. Intuïtie voert de boventoon, wat telt is de emotie van het moment, die niet uitsluit dat de advocaat het aanlegt met de moordenaar van zijn cliënt. Het individuele welzijn gaat boven de zaak. Zolang het maar goed voelt.

Zo werkt het ook bij Sebastião Salgado, de Braziliaanse fotograaf van wie museum De Beyerd in Breda deze zomer de expositie Other Americas laat zien. Salgado is wereldwijd vermaard om de herkenbaarheid van zijn werk en de betrokkenheid die eruit spreekt. Hij scoorde met foto’s van de mislukte aanslag op Ronald Reagan in 1981, maar geeft daar niet om. Liever brengt hij het verhaal in beeld van de onbekende, in benarde omstandigheden. Zo kwam Other Americas tot stand, waarvoor Salgado tussen 1977 en 1984 Latijns-Amerika bereisde, op eigen initiatief en kosten, toen hij nog maar net als free lance fotograaf was begonnen.

Van huis uit is Salgado econoom. Hij werkte onder meer bij de Internationale Koffie Organisatie in Londen en reisde veel. Pas toen hij een keer de camera van zijn vrouw Lélia Wanick leende, werd hij zich bewust van de zeggingskracht van foto’s. Sindsdien is hij grote delen van alle jaren onderweg om te werken aan projecten die hij zelf op touw zet. Zo legde hij de archeologie van de industriële revolutie vast in de wereldomvattende serie ‘Workers’; portretten van handarbeiders wier vak door het voortschrijden van de techniek met uitsterven wordt bedreigd. Fietsenbouwers in China, mijnwerkers in India, goudzoekers in Brazilië, schipslopers in BanglaDesh, suikerrietkappers op Cuba. In de serie Migrations volgde hij vluchtelingen waar ook ter wereld op de voet. Daarbij gaat Salgado uitputtend te werk, het liefst in zijn eentje. Als het nodig is om vier weken mee te lopen met Mozambiqueanen die terugkeren naar hun land, dan loopt hij vier weken mee, eerst zonder camera. Zo slaagt Salgado erin zo dicht bij zijn onderwerpen te komen als hij wil, om ze zo naturel mogelijk te kunnen vastleggen. Waarbij hij – uiteraard – manipuleert bij het leven. Dat niet met een vooropgezet doel, maar vanuit de vragen waarmee hij als econoom al worstelde en die hem nog steeds bezighouden: hoe overleven mensen in grote armoede en waar is die armoede voor nodig? Salgado kiest daarbij niet voor relatief eenvoudig pamflettisme, maar voor de waardigheid van de individuen wier vertrouwen hij heeft moeten winnen. Dat vertrouwen zal hij niet beschamen.

Waar de traditionele fotojournalist vooral een gebeurtenis in beeld brengt, klinkt bij meer kunstzinnige fotojournalisten als Salgado ook hun persoonlijkheid sterk door. Na het verschijnen van de serie Other Americas was de kritiek dat hij lijden, pijn en dood te mooi maakte. Misschien heeft de omstandigheid daarbij een rol gespeeld dat hij na een politieke vlucht uit Brazilië richting Parijs, voor het eerst weer terug was in Latijns-Amerika. Hij moest zijn eigen continent herontdekken tegen de achtergrond van een ingrijpende persoonlijke wending in zijn leven. Maar de verguisde schoonheid van zijn werk stond eerder in dienst van zijn humanistische inslag, dan van persoonlijke genoegdoening na een gedwongen vertrek. Salgado werkt niet met aanklachten, niet met schema’s of vooropgezette campagnedoelen, ook al was hij voor Artsen zonder Grenzen actief in Afrika. Hij gaat voorbij aan goed en kwaad en legt de nadruk op universele beleving, omdat het goed voelt.

Other Americas is de meest Latijns-Amerikaanse - of Braziliaanse - serie uit Salgado’s werk, oorspronkelijk niet voorzien van tekst en uitleg omdat de beelden het werk zelfstandig moesten doen. De katholieke iconografie, het mysterie, de pracht van het continent, het zit er allemaal in. Maar nergens schreeuwen de beelden de kijker toe. Ze gedragen zich als de fotograaf zelf, bij een ontmoeting. Hij legt zijn hand op je onderarm, kijkt je aan, praat helder en zacht, en houdt je een tijdje vast.

Other Americas, Museum De Beyerd, Breda, 9 juni tot en met 11 augustus.

Uit BN/DeStem juni 2002