In april 2005 barstte in volksbuurt De Graafsewijk in Den Bosch opnieuw de bom. Na de uitzending van een televisieprogramma over enkele wijkbewoners werd de inboedel van een gezin kort en klein geslagen. De rellen die daarop ontstonden waren niet zo ernstig als de kleine oorlog die in december 2000 in de wijk uitbrak na de dood van voetbalsupporter Pierre Bouleij.

De Graafsewijk is een van de 56 wijken in Nederland die volgens het ministerie van VROM extra aandacht nodig hebben. Om te weten wat er in volksbuurten speelt bracht ik veel tijd door in De Bartjes, zoals de Bossche buurt ook wel heet.

Dit leidde tot het boek

Onze wijk, een volksbuurt in de vuurlinie



dat in januari 2006 is verschenen bij uitgeverij De Geus.

Het kost € 14,90.

ISBN 90-445-0740-D

Het boek is tot stand gekomen met subsidie van het Fonds Bijzondere Journalistieke Projecten www.fondsbjp.nl en de Stichting Brabantse Regionale Geschiedbeoefening.

 

Hieronder treft u een tekstfragment.

‘Heerlijke, eerlijke mensen’

Arnold Reijnen heeft er niet zo veel last van gehad, in de tijd dat hij schoolhoofd was van De Bartjesschool. Hij liet zich niet snel intimideren. Hij heeft het meer over de hilarische momenten die hij heeft meegemaakt. Die ochtend dat er een mevrouw van de oudervereniging bij hem op school kwam. Ze had een vraagje.

,,Jullie drinken best veel koffie hé? Waar halen jullie die?’’

,,Waar’ie maar in de aanbieding is.’’

,,O. Ik heb een hele pallet koffie. Is dat niks voor jullie?’’

Maar nee, Arnold Reijnen hoefde hem niet.

,,Mevrouw. hou op. Ik weet dat die pallet van de vrachtwagen is gevallen, ik wil hem niet hebben.’’

Die mevrouw vond Reijnen een grote stommerik, en heeft hem nooit meer iets anders aangeboden.

Van 1982 tot 2000 gaf Reijnen leiding aan de Bartjesschool, toen nog gehuisvest aan de Dageraadsweg. Sinds 2000 is hij coördinator van de Brede Bossche Scholen. Reijnen staat in Den Bosch te boek als een groot voorvechter van De Bartjes, van de mensen die er wonen. Bel hem op om iets te vragen over de buurt, en zijn eerste reactie luidt: ,,De Bartjes!? Dat is een deel van mijn leven!’’

Altijd heeft Reijnen met plezier gewerkt in de buurt. ,,Het zijn heerlijke mensen, eerlijke mensen, spontane mensen. Je moet er wel tegen kunnen dat ze op maandag zeggen ‘Reijnen kutvent’ en dinsdag is het ‘sorry dat schoot er even uit, kom je een kop koffie drinken’?’’

Reijnen praat moeiteloos uren vol over zijn belevenissen in de buurt. ,Ik heb een mooi verhaal voor je’’, zegt hij keer op keer. Zo’n verhaal kan gaan over zijn wagen, over schade aan het schoolgebouw of over de harde kanten van het leven in De Bartjes.

,,Ik heb wel eens een akkefietje gehad met een criminele vader, dat was heel leuk. We waren de school aan het schilderen en er stond een grote rolsteiger op de speelplaats. Zie ik daar ineens, laten we zeggen Kees, bij die steiger lopen. Zijn dochter zat bij ons op school. Kees wilde de steiger meenemen. Dus ik zeg, ‘Kees, als jij dat ding weghaalt, bel ik meteen de politie. Dan geef ik je aan.’

‘Da doede gij nie.’

‘Da doe ik wél.’

Kees begint die steiger te slopen. Ik roep; ‘Ik ga nú bellen.’

‘Da moette zelf weten.’

Dus de politie komt, ze pakken hem op, later zie ik Kees terug, zegt’ie: ‘Natuurlijk kon jij niet anders dan de politie bellen, maar je gaat het niet op mijn dochter uitkuren hé?’’

Dezelfde Kees ziet een andere keer dat Reijnen ’s avonds zijn auto niet aan de praat krijgt en lost het op. ,,Hier heb je de sleutels van mijn wagen, neem maar mee, morgenvroeg is die van jou gemaakt.’’

Nog zoiets. Komt Reijnen een keer de school uit, zit er een boom van een vent, zwaar getatoeëerd op zijn achterbak.

,,Is die auto van jou?’’

Reijnen: ,,Ja, dat witte gij goed.’’

,,Doe hem de volgende keer op slot, anders wordt’ie hier nog gejat.’’

Achttien jaar stond Reijnens wagen onder werktijd in De Bartjes geparkeerd, en nooit een krasje. ,,Een auto van een vertegenwoordiger werd bijna onder zijn kont verkocht, maar ik heb nooit problemen gehad. Aan mijn spullen kwamen ze niet. Ik durf nu nog bij nacht en ontij de wijk in. Die mensen doen mij niks, ook de criminelen niet, want de kinderen van die criminelen zaten bij mij op school. Trouwens, mensen die van hun beroep crimineel zijn, hoeven niet altijd slecht te zijn. Er zijn heel veel goede mensen in De Bartjes, daarom heb ik er altijd zo graag gewerkt. Ik heb er geleerd dat het heel lang duurt voordat je vertrouwen wint, en dat je het ook snel weer verspeelt. Maar als je uitstraalt dat je een goed betaalde boterham hebt omdat je er voor hun bent, als je dát uitstraalt, kun je een potje breken en heel veel bereiken. Jammer dat dit soort goede verhalen veel te weinig verteld wordt. Een wethouder zal deze verhalen ook niet snel tegenkomen, want die staat niet met twee poten in die wijk, en er waren ook wethouders die de mensen soms niet serieus namen.’’

De etalage van boekwinkel Heinen in Den Bosch. (Foto Hans Aarsel)